'Laat de natuur geld opbrengen in plaats van enkel een kostenpost te zijn'
“We mogen nooit genoegen nemen met ‘groene sausjes’ over gebouwen. We moeten vanuit de brede vastgoedsector met z’n allen impact creëren door op een integrale manier na te denken over grote stedelijke ontwikkelingen.” Dat vertelt Steven Delva, de gevierde landschapsarchitect met West-Vlaamse roots en intussen een internationale carrière met kantoren in Amsterdam, Stockholm en in Antwerpen. In aanloop van Futurebuild Belgium, spraken we met de man die tot de absolute Champions League in z’n vak behoort. Speciaal voor ons geeft hij een inkijk in hoe je via ondernemerschap de natuur zijn werk kan laten doen.

INTERVIEW met Steven Delva
Landschapsarchitect bij DELVA
“Het hoeft niet allemaal complex te zijn”, zegt Delva. “Waarom zou je niet de private wensen van ondernemers slim inzetten om maatschappelijke uitdagingen te doen slagen?” Het vat de levensvisie van deze man perfect samen. Zijn weg naar het geluk begon dan ook niet toevallig op de leemgronden van West-Vlaanderen. Steven Delva groeide op in een landbouwersgezin én in harmonie met de natuur. Van zijn ouders leerde hij dat goed zijn voor Moeder Aarde loont. Hoe gezonder de bodem, hoe rijker de oogst en hoe hoger dus de opbrengst. Opnieuw: de eenvoudige maar geniale logica.
“Een groen laagje aanbrengen op een gebouw kan iedereen. Ik wil impact creëren”, aldus een stellige Delva. Dat doet hij ook. Recent nog in Middelkerke, waar hij als landschapsarchitect de drijvende kracht was achter het SILT, het gerenommeerde casino. “We werkten er niet gewoon aan de vraag naar een casino, maar in feite aan een dijkverzwaringsproject. In plaats van een casino op de dijk te bouwen, hebben we dus het casino ingezet als middel om de dijk te verzwaren. Bovenop de dijk plaatsen we een duinformatie. Door verschillende vraagstukken aan elkaar te koppelen, hebben we de noodzakelijke veiligheid vergroot, de klimaatadaptatie gestimuleerd, natuur herintroduceert en gigantisch kosten bespaard. En dat via een integraal ontwerp: een sterk concept als basis waar alle actuele opgaven een antwoord kregen.”
Een ander perfect voorbeeld is de laatste uitbreidingswijk van Lisse in Nederland, ook gekend als Geestwater. Op deze polder werd een volledige wijk bijgebouwd, weliswaar zonder dure grond aan te voeren en de aanwezige natuur teniet te doen. Integendeel, tussen de wetlands en het groen werden er 450 woningen gebouwd. Gevolg: het leverde de investeerder meer woningen op, het zorgde voor een pak minder verharding – waardoor de bouwkosten gereduceerd konden worden – de overheid behaalde haar waterdoelstellingen, en de natuurorganisatie zal straks de gronden gaan beheren.
“Het gaat nooit énkel over groen of énkel over de economie”, voegt de landschapsarchitect-stedenbouwkundige eraan toe. “Vastgoedinvesteerders die grote bouwprojecten uitvoeren en het groen er ‘bijnemen’ om de vergunning te verkrijgen: zo werkt het niet. Net zomin als wanneer de fanatieke groene jongens van elke vierkante meter beton fauna en flora willen maken zonder de economische realiteit te erkennen. Willen we de planeet redden en een aangename leefomgevingen creëren voor mens en dier, dan zullen we ervoor moeten zorgen dat ecologie de economie niet in de weg staat, en vice versa.”
Een stad die je via echte vergroening – geen groene saus – aantrekkelijker maakt, doet de wijk heropleven, zo zegt Delva. Zijn devies: start bij bouw- en investeringsprojecten daarom vanuit het landschap, de bodem, het water, om zo radicale en werkende antwoorden te geven op meerdere maatschappelijke noden. Automatisch kom je dan uit op het kruispunt van ecologie en economie, waar er stappen voorwaarts worden gezet. “Laat de natuur geld opbrengen in plaats van enkel een kostenpost te zijn. Gezond boerenverstand zit normaal gezien ingebakken in de cultuur der Lage Landen. Laten we het weer meer gebruiken, het zal ons maatschappelijk ver brengen.”